Met het project ‘Water en Evacuatie’ hebben de minister van Veiligheid en Justitie, het veiligheidsberaad en de Stuurgroep Management Watercrises en Overstromingen (SMWO) een impuls gegeven een gezamenlijke voorbereiding op crisisbeheersing bij een overstroming van veiligheidsregio’s, waterschappen en Rijkswaterstaat. Deltanieuws blikt met bestuurlijk trekker Carlo Post (algemeen directeur Veiligheidsregio Zuid-Holland) en uitvoerend projectleider Marcel Matthijsse op de opbrengst tot nu toe.
Het project Water en Evacuatie loopt nog gewoon door, maar het heeft al een paar belangrijke eindproducten opgeleverd, vertelt projectleider Marcel Matthijsse, die vanuit Veiligheidsregio Zeeland aan het programma is ‘uitgeleend’. Zo is er een infrographic die in een oogopslag de stappen toont die een veiligheidsregio idealiter moet doorlopen om tot een beslissing te komen bij een dreigende overstroming. De eerste negen stappen gaan over de impact. Matthijsse: ‘Het scheelt nogal of het om 20 centimeter water gaat of 4 meter. Op basis daarvan maakt je een keuze voor een handelingsperspectief’.
Stappen 10, 11 en 12 helpen vervolgens bij het maken van een keuze voor het optimale handelingsperspectief. ‘Laten we mensen zitten waar ze zitten, of haal ik ze weg? Hoeveel capaciteit is daarvoor nodig?’
Impactanalyse
‘Zaak is dat veiligheidsregio’s nu gaan implementeren’, benadrukt Matthijsse. ‘De infographic is daarbij slechts een hulpmiddel. Om tot een goede inschatting te kunnen komen van de mogelijke impact zoals eerder aangegeven, is een grondige analyse nodig die leunt op goede informatie. En daar is data voor nodig, die afkomstig is van onder meer bovenregionale partners. In het ontsluiten van deze data spelen het project een belangrijke rol. Het zou namelijk zeer onproductief zijn als vitale infrastructuurpartner als Tennet of een leverancier van landelijke data alle 25 veiligheidsregio’s los moet bedienen. Het projectbureau treedt daarom op als intermediair en gaan zorgen dat data die de veiligheidsregio’s nodig hebben om een goede analyse te maken beschikbaar komt. Dit is niet alleen efficiënt, maar draagt tevens bij aan de uniformiteit die nodig is om een goed landelijk beeld te krijgen en informatie uit te wisselen. De informatie die nodig is voor de impactanalyse gaan wij, in samenwerking met het Instituut Fysieke Veiligheid als coördinator, ontsluiten.’
Zelfredzaamheid
Er is nog een reden waarom er werk gemaakt is van een ‘landelijk verhaal’. Dat is het bewustzijn van kwetsbaarheid door klimaatverandering. ‘Vertrouwen in de dijken is goed en we moeten alles op alles zetten om dat vertrouwen niet te schaden. Maar ondertussen moeten we ook voorbereid zijn op het ondenkbare. Het idee van ‘zelfredzaamheid’ krijgt daarom nieuwe betekenis. Wij willen dat met ons verhaal over water en evacuatie faciliteren. Maar het is wel belangrijk dat dat een eenduidig verhaal is, desnoods in de lokale taal, maar wel met een uniforme inhoud’, zegt bestuurlijk trekker van het project Water en Evacuatie Carlo Post, algemeen directeur van de veiligheidsregio Zuid-Holland.
Een vergelijking met de Nederlandse organisatie voor civiele bescherming BB (Bescherming Bevolking) vindt hij daarom zeker niet mank gaan. ‘Toen kwam het gevaar van de andere kant van de muur, nu van de andere kant van de dijken. Een gewaarschuwd mens telt voor twee’.
Dat wil niet zeggen dat burgers en organisaties zich voorheen niet bewust waren van mogelijke gevaren, maar voorzorgmaatregelen staan vaak op zichzelf, zoals een ziekenhuis dat een noodaggregaat op het zolder had staan, legt Post uit.
Domino-effect
In het project Water en Evacuatie is vooral afstemming gezocht tussen ‘vitale partners’, die afhankelijk van elkaar zijn. Post: ‘Wat is een noodaggregaat in een ziekenhuis waard als de apotheek onder water staat? Na drie dagen is het ziekenhuis door zijn medicijnvoorraad heen.’ Post speekt in dit geval van het ‘domino-effect’.
Hetzelfde geldt voor vitale infrastructuren. Matthijsse: ‘Als je wilt evacueren of spullen naar een gebied brengen, is het handig als een bepaalde toegangsweg er nog ligt. Kijk naar Sint Maarten: na Irma lag de luchthaven in puin. Dat is een vitale levensader van een eiland, essentieel voor een goede hulpverlening’.
Post: ‘Voor nieuwe gemeenteraden is het belangrijk om zich bewust te zijn van investeringen die gepaard gaan met een goed evacuatieplan. Het beste voorbeeld tot nog toe vind ik de nieuwbouw van het stadskantoor van Dordrecht, dat een voorziening moet krijgen voor verticale evacuatie. Van belang is dat we met landelijke partijen samen tot inzicht komen welke eisen derdelaagsveiligheid (crisisbeheersing, red.) stelt ten aanzien van de ruimtelijke inrichting.’
Het vervolg: uitwisseling tussen veiligheidsregio’s
Alle veiligheidsregio’s moeten in 2018 klaar zijn met een impactanalyse en in 2020 een evacuatieplan klaar hebben. Matthijsse is inmiddels al bezig met het vervolgproject: het verbinden van veiligheidsregio’s aan elkaar. ‘Stroomgebieden en watersystemen houden niet op bij de grens van een veiligheidsregio. Het is dus van groot belang dat veiligheidsregio’s informatie gaan uitwisselen. Zo kan er een beeld ontstaan van veiligheidsrisico’s langs de gehele rijn van oost naar west of langs de kustzone van noord naar zuidwest. ‘Samenwerking die nodig is voor een veilig Nederland begint bij een goede ontsluiting van data en het delen van informatie. Met het project Water en Evacuatie hebben betrokken stakeholders een goed begin gemaakt.’
Meer info: http://onswater.ifv.nl/